Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hun woorden [26]waren goed in de ogen van Hemor, en in de ogen van Sichem, Hemors zoon. 26. Dat is, zij bevielen hem wel. Dat wordt gezegd goed in iemands ogen te zijn, wat hem behaagt en wel bevalt, boven, hfdst.16 vs.6; 1 Sam.29:6, enz.